‘IK BEN IRAKEES, DE IRAAKSE BESCHAVING GEEFT MIJ MIJN ENERGIE’
De Grenzeloze Kwast is opgericht door de kunstenaar Allawy. Hij heeft een bijzonder verhaal. Hij vecht voor een menswaardig bestaan voor iedereen door middel van zijn schilderijen, waarin kunst zijn vrijheid is en waarin wij mee kunnen reizen met de verhalen die hij ons vertelt.
Allawy komt uit Irak. Irak is een van de gevaarlijkste landen ter wereld: elke dag zijn er aanslagen en vallen er doden. Allawy is elf jaar geleden vanuit Irak gevlucht vanwege de burgeroorlog tussen de soennieten en sjiieten.
Wil je ook iets bijzonders aan je muur? Koop dan een van zijn mooie schilderijen! Hij maakt ook schilderingen op muren en prachtige portretten.
ALLAWY VERTELT
Als kind begon ik al vroeg de kunst te omarmen. Mijn oom was kunstenaar en ik herinner me hoe zijn schilderijen eruit zagen. De meeste schilderijen waren van mooie witte Arabische paarden. Ik voelde van binnen altijd iets van vuur van de kunst, het bracht me zo veel motivatie en de liefde voor de kunst is nooit opgehouden. Ik vond ook alle verschillende kunstboeken die mijn oom had heel leuk. Hij had boeken over de historische schilders Leonardo da Vinci, Rembrandt, Van Gogh en Picasso. In 1989 overleed mijn oom door een auto-ongeluk op de snelweg tussen Mosul en Baghdad. Het was mijn eerste grote trauma in mijn kindertijd. Na een tijdje wist ik dat mijn oom niet meer zou komen, zijn atelier werd gesloten en van mijn opa’s familie mocht niemand iets aanraken. Maar ik keek urenlang door een raam van het atelier naar binnen en rook de geur van de olieverf die uit het atelier kwam. Altijd ben ik naar kunst blijven kijken, alsof hij mijn schaduw is geworden die zich met mij verheugde, met mij treurde, met mij at en dronk en met mij meereisde.
Na jaren komt er een nog ergere tijd in mijn leven. De oorlog kwam met de Amerikaanse troepen naar Irak toen ze vele bommen op de stad gooiden. Na de val van Baghdad werd de tragedie nog groter. Na de Amerikaanse troepen kwamen de gewapende en terroristische groeperingen de dood brengen. Mijn familie en ik werden bedreigd door gewelddadige groepen onbekende mensen met gemaskerde gezichten. Door hen waren wij gedwongen de stad te verlaten. Op dit punt moesten mijn familie en ik scheiden. Mijn familie vluchtte naar een andere provincie en ik vluchtte over de grens van Irak, geen idee waar naartoe. Ik was jong en dacht aan niets anders dan vluchten, naar ergens, een veilige plek waar ik gewoon een normaal leven zonder geweld en doden zou kunnen leiden.
Uiteindelijk kwam ik in Nederland, na een onbeschrijflijk levensgevaarlijke reis. Ik vroeg gelijk asiel aan. Na drie jaar kreeg ik het slechte nieuws dat ik niet in Nederland mocht blijven. Ik moest terug naar mijn vaderland Irak, ik zou gevangen worden gezet of ik moest op straat zwerven. Ik koos ervoor om op straat te leven, zonder niks, geen cent in mijn zak, werken mocht ik niet, naar het ziekenhuis mocht ik niet, studeren mocht ik niet, geen plek om te slapen. Dat kostte jaren van mijn leven: leven als dakloze, een mens zonder recht als mens te leven. Ik sliep in parken, onder bruggen en in oude kerken. Ik liep altijd door de wijken en keek door de ramen van de warme huizen met een televisie aan de muur en ik zag de families. Dan dacht ik weer aan mijn familie.
Dit leven maakte van mij een kunstenaar die wil vechten om echt kunstenaar te zijn. Mijn kunst draagt heel veel emoties en drama’s. Met mijn kunst wil ik een boodschap brengen, ik wil iedereen laten weten wat mensenrechten zijn en wat vrijheid is.